|
||||||
Logeren bij SafiAbidjan (januari 1998) Meedogenloos gaat het licht in de slaapkamer aan. "Sorry," zegt Safi, "dit moet even. Deze mevrouw gaat straks op reis en we moeten nog met haar spreken." Een onbekende vrouw en Safi's twee dochters verschijnen. Geërgerd draai ik me nog eens om, het was laat gisteravond en met tl-licht is het niet fijn wakkerworden. De vrouw draait zes of zeven kaurischelpen tussen haar handen rond en werpt ze op het kleed. Een paar neemt ze weer op en werpt ze nog een keer. Dan is Oumou aan de beurt. Oumou drukt de kauri's tegen haar hart en blaast erop. De vrouw werpt de schelpjes en vertelt wat zij ziet staan. Er wordt raad gegeven omtrent de potentiële echtgenoot. Er kleven bezwaren aan het mogelijke huwelijk van de veertienjarige Oumou met die man van bijna vijftig. Safi wijst op mij, en de vrouw reikt me de schelpjes aan. Ik druk ze tegen mijn hart en blaas. Ik probeer ze te zien zoals zij. Waarom pakt ze sommige schelpjes op en andere niet? Het heeft niets te maken met een boven- of onderkant of een lengterichting. Eigenlijk denk ik dat ze gewoon maar wat doet, maar ze gelooft zelf vast wel degelijk dat ze de kauri's kan lezen. Safi vertaalt: het is goed dat ik gekomen ben en die lange reis heb gemaakt. Ik mag mijn familie niet vergeten en moet ze helpen. En ik moet een sacrifice geven aan twee kinderen, broer en zus, dan zal het me goed gaan. Een paar dagen loop ik rond met die muntjes in mijn zak. Ik geloof er natuurlijk niet in. Maar ik heb al wel gezien aan welke twee kinderen ik ze zou kunnen geven. Als ik tenslotte mijn besluit genomen heb, geneer ik me nog zo dat ik zeker drie keer passeer voordat ik mijn tien-francstukjes in het schaaltje durf te leggen. © Ellen Nusselder |
||||||
Terug naar de pagina van Ellen. |
||||||
|