|
||||||
Fatou's aanvalDakar (juli 1993) Fatou's ogen puilden uit, al haar spieren stonden strak gespannen. Ze liet zich op de grond vallen en rolde woest door het zand. Ze begon aan haar haren te trekken, het strakke kapsel veranderde in een ragebol met plukken. Het nieuws van de dood van haar neef was op een onbegrijpelijke manier in haar hersenpan ingeslagen. Ik was geschokt. Waarom reageerde Fatou zo op dit nieuws? Was ze bezeten, was het hekserij? Of was het soms één grote fake om aan de omstanders te laten zien hoe geschrokken en bedroefd ze was? Ik was geneigd heel wat toneelspel te zien in wat ik dagelijks zag, maar wat Fatou nu overkwam kon onmogelijk gespeeld zijn. Hier leek een kracht aan het werk die haar zijn wil oplegde. Gelaten accepteerden de omstanders Fatou's aanval. Er werd verder niet meer over gesproken. Alleen Ousseinou vroeg ik er nog eens naar. Ik voelde opeens iets van het onvermijdelijke van hekserij en maraboutage. Het overkomt je. Om er iets tegen te doen moet je zelf naar een marabout gaan, maar het geld is eigenlijk nodig om rijst en medicijnen te kopen. Berusting. "Dit is Afrika, zo gaan de dingen bij ons." Fatou lijdt waarschijnlijk aan epilepsie, bedacht ik later. © Ellen Nusselder |
||||||
Terug naar de pagina van Ellen. |
||||||
|